labyrint 9 (van de 12): Samaya in Werkhoven (Ut)

Toen ik 49 werd, moedigde een aantal vrienden me aan iets bijzonders te doen in dit 50e levensjaar. Ik besloot elke maand een labyrint te lopen. Een labyrint is anders dan een doolhof. In een doolhof kan je jezelf vastlopen. Je moet telkens weer keuzes maken. Een labyrint is een weg naar het midden. Er is geen links of rechts, alleen maar een weg die je stap voor stap moet afleggen. Naar de kern toe. En vanuit de kern weer naar buiten. Deze keer het labyrint op het terrein van Samaya in Werkhoven.

In het buitengebied van Werkhoven,
tussen boerderijen en landerijen,
ligt het conferentiecentrum Samaya.
Tot niet eens zo heel lang geleden woonden en leefden er zusters Augustinessen.
Je ziet nog dat het een klooster was.

De lange oprijlaan......



Het aangezicht vanaf de tuin aan de achterkant




De zusters moeten eindeloos veel uren in de tuin vertoefd hebben. Nu nemen vrijwilligers en gasten hun werk op zich. Ze zijn daarbij op alles berekend.



Nog altijd is er een gastenverblijf,  met natuurlijk het bijbehorende prikbord



De receptioniste weet van mijn komst. Op de website vond ik de mogelijkheid hier een labyrint te lopen. Maar je moet wel even een afspraak maken. En er staat een kleine vergoeding tegenover.
Ik moet rechtsaf de gang in, Dan door de terrasdeur de tuin in en dan 'al dwarrelend' naar achteren lopen,  alwaar ik het labyrint zal vinden.

Het is druk in de tuin. Met meerdere gemotoriseerde machines wordt het gras gemaaid. Er ontstaat een weg naar achteren












Het is lente.  De vogels zingen.  Het sneeuwt alweer. Bloesem deze keer




Helemaal achterin vind ik het labyrint.  Het heeft het model van Chartres.


De paden worden afgebakend met klinkers. Je loopt door het grind.

Ik loop naar de ingang. Ik hoor de grasmaaiers, de vogels. Tegelijk is het stil.
Ooit was ik al eens in de kapel. Daar hangt het gebed van de zusters nog altijd.
Maar ook in de tuin hangt een ingetogen, toegewijde stilte.

Het is niet moeilijk die ook in mezelf te vinden.

Ik stap. Ik draai en keer.

Ineens word ik me ervan bewust dat ik niet alleen loop.


Ik probeer mijn compagnon te vangen. Maar alhoewel hij af en toe vervaagt, verdwijnt hij niet.


Vind ik hem fijner als hij voor me loopt?  Of heb ik hem liever achter me aan?

Ik herinner me dat ik als basisschoolkind een keer naar huis liep.
Ik was boos. 
Ik had het hele weekend mijn best gedaan op een gebreid poppendasje.
Ik had helemaal niets anders gedaan dan proberen alle steken op de naald te houden,
niet te strak aan te trekken, en gelijkmatig te werken.
en al die inspanningen werden gewaardeerd met een 5,5.

Ik voel weer de onrechtvaardigheid van dat cijfer.

Op weg naar huis stampte ik op mijn schaduw voor me.
Althans daar deed ik een poging toe. Want verder dan op een schaduwbeen kwamen mijn trappen niet.

De schaduw gaat niet weg. Dat weet ik nu.
Stampen helpt niet. Ze gaat mee.  In het licht is ze zelfs feller dan in de schemer.

Ben ik al vrienden met mijn schaduw?

Soms even.

Maar meestal hoop ik dat ik haar verdragen kan.
Of dragen kan, misschien zelfs.

Je weet nooit wie je op je schouders hebt,  zegt de tegel bij de ingang,
als ik weer vertrek.



Reacties

Populaire posts van deze blog

trage vragen

Op reis met de Drie Koningen, 12 heilige nachten

labyrint 10 (van de 12): Maria labyrint in Wernhout (NB)