Verbouwing van de kerk.


 
We gaan verbouwen

'We gaan verbouwen', zeggen ze trots.
'We hebben een tekening. Wil je die zien?'
Even later probeer ik wijs te worden uit de lijnen
die me vertellen van een serre, een afscheiding, een opbouw....
Het duizelt me bijna.
'Kan je niet beter verhuizen'?,  vraag ik nog, maar dat stadium zijn ze voorbij.
Het wordt een verbeterde versie van dit huis.

Dat wat we met onze huizen doen, doen we ook met onze systemen.
Zit er een blokkade in? Dan moet die de wereld uit.
We verzinnen een nieuwe regel, een andere balie, 
een nieuw meldpunt, een bezoek van een minister.
We willen niet dat mensen verdwalen in een doolhof aan kamertjes, bijgebouwen,
voorlopige wooncontainers of noodopvangen.
Toch gebeurt het. 
De toeslagenaffaire, de woningcrisis, de asielinstroom zijn er maar een paar voorbeelden van. 

De kerk verbouwen.
Ook in de kerk verbouwen we eindeloos.
Natuurlijk gaat het om God en de zorg voor elkaar als gemeenschap.
Maar:
Waar zijn de jongeren? 
Hoe komen we aan geld voor het kerkgebouw?
Waar is een aansprekend communieproject te vinden?
We schieten meteen in de oplosreflex:
Eten bezoekers te veel koekjes? Ze gaan achter slot en grendel!
Is er niemand om de deur open te doen? De hoofdkoster komt wel weer.
Staat het kerkgebouw leeg? Ik ken nog wel een koor dat wil concerteren.
En de kerk stroomt inderdaad vol.
De jongeren dansen en zingen een avond.
En voor het communieproject kunnen we altijd nog op internet terecht.

Stoppen met fixen
Er is zo ontzettend moeilijk wat van te zeggen,
omdat het zo oprecht en vol goede bedoelingen gebeurt.
Maar ik raak meer en meer overtuigd dat deze fix-reflex dezelfde is 
als die in al die andere crises zorgt voor verwarring, vermoeidheid, vermorzeling.
   
Wat als we eens zouden stoppen met fixen?
Dan voelen we de pijn.
We missen iets. Of iemand. 
Wat als we daar eens zouden blijven?
Bij die pijn. Bij dat gemis.

Al onze Grote Verhalen vertellen toch
dat dan een Stem zal klinken?
Een stem van het verlangen.
Een stem die ons iets influistert over wat wenselijk zou zijn,
over wat goed zou zijn voor onze gemeenschap.
Wat als we eerst eens tijd zouden maken om te luisteren naar die stem?

Wat dan wel? 
Afgelopen week voerde ik twee gesprekken.
Beide keren lag een kerkelijk probleem ter tafel.
Ieder zei wat hij of zij ervan dacht dat wenselijk of goed zou zijn.
We waren stil. 
Toen maakten we een tweede rondje.
Iedereen deelde wat hem of haar had geraakt in het verhaal van de ander.
Daarna waren we weer stil. Minuten lang.
Wat wil hier nu gehoord worden?
Welke wens verstaan we?
Tastend probeerden we er iets van onder woorden te brengen.

Het schoot niet op in de wereldse zin.
Er is niets gefixt of opgelost.
Toch ging iedereen voldaan naar huis,
schreven sommigen nog hoe waardevol ze het vonden.
Kunnen vertellen en mogen luisteren voeden onze ziel. 

Daarom zeg ik:
Val stil.
Los niets meer op (tenzij er levens mee gemoeid zijn)
en keer terug naar de leegte.
Daar begint het opnieuw.


Reacties

Populaire posts van deze blog

trage vragen

Op reis met de Drie Koningen, 12 heilige nachten

labyrint 10 (van de 12): Maria labyrint in Wernhout (NB)