wijsheid van een klein fietsertje

Ze komen heel kalm van achteren aan fietsen.

Een moeder en een dochtertje dat net kan fietsen.

'Ik kan best al wel hard, mama'.

'Zeker, het gaat heel goed'.

'Zonder wieltjes'.

'Inderdaad, de tweede dag helemaal zonder wieltjes.
Stuur recht houden hoor!'

Eén ding kan ik nog niet met fietsen.'
'Vertel'.
'Ik kan nog niet fietsen én achterom kijken.'

'Maar dat moet je niet doen hoor. Achterom kijken en fietsen tegelijk'.
'Jij kan dat wel.'

'Ik heb veel meer geoefend. 

Als je nog nooit geoefend hebt, rijd je zo de sloot in.'
'Niet'
'Jawel.

Beloof je me dat je nooit achterom gaat kijken als je fietst? 

Ik wil geen ongelukken.
En dat krijg je wel als je steeds maar achterom kijkt. 
Je wilt toch niet terug?
'Nee'.
'Daarom: als je vooruit wilt, moet je vooruit kijken'

'Blijf niet staren op wat vroeger is gebeurd. Laat het verleden rusten. Zie Ik ga iets nieuws beginnen.'
Jesaja 43