labyrint 17 (Nijmegen): waag jij de sprong?
Zondagmorgen 27 februari
Voorafgaand aan de lunch dwaal ik wat door de stad.
Ineens herinner ik me het 'waterlabyrint'.
Google Maps stuurt me er feilloos heen.
Het is nog koud langs het water.
Later zullen we in een hoekje in de zon
onze jassen uittrekken,
maar hier trek ik de rits van mijn jas helemaal dicht.
Als ik het labyrint nader, zie ik een vader met twee jonge kinderen.
Ze houden de ingang bezet.
Corona zit nog zo in mijn systeem, dat ik ook niet aandring
en van een wat grotere afstand ga kijken.
Ze houden de ingang bezet.
Corona zit nog zo in mijn systeem, dat ik ook niet aandring
en van een wat grotere afstand ga kijken.
De kinderen lopen geen labyrint, ze springen het.
Ze lopen geen cirkelende afstand,
ze nemen de korte weg naar het midden
en beschouwen het water als slootjes waar ze overheen kunnen springen.
Voor de jongste is het echt nog een opgave
die alle concentratie vraagt.
Voetjes bij elkaar,
Voetjes bij elkaar,
schuiven naar het randje,
wiebelen en afstand inschatten
en dan 'hoepla'.
Het grappig is: ze telt af.
'eentje minder' roept ze steeds tussendoor.
'eentje minder' roept ze steeds tussendoor.
'weer eentje minder'
'weer eentje minder'.
Haar wat oudere zusje telt op
'papa, ik ben al drie keer op en neer gegaan.
Dat zijn wel zestien sprongen'
'O ja?' vraagt de vader.
'Ja', zegt ze, 'of 20 of 18. Zoiets.
Zal ik nog een keer?'
Zal ik nog een keer?'
De vader knikt.
Er wordt even pauze gehouden.
Uit de bakfiets komt stoepkrijt te voorschijn.
Ze tekenen zonnetjes en hartjes.
En springen daarna weer
Ze tekenen zonnetjes en hartjes.
En springen daarna weer
van binnen naar buiten.
Van buiten naar binnen.
Van buiten naar binnen.
Zo is het leven.
Het is springen.
Het is optellen om te weten hoe ver je al bent.
Het is aftrekken als je kijkt vanuit je doel.
Bij dat alles let de Vader op
dat Zijn kinderen veilig zijn,
zelfs bij alle gekke bokkesprongen
die het leven ons soms laat maken.
Reacties
Een reactie posten