advent 2: confronterend hoor!
Confronterend hoor!
Met een paar woorden kan je iemand wegzetten, vernederen, ongevaarlijk maken.
Met een paar woorden kan je laten weten dat je het gepresteerde niets vindt
en dat het ook nooit wat worden zal.
Met maar een paar woorden creëer je wrok en haat tot in de volgende generatie.
Niemand wil zo behandeld worden,
Er is één manier waarop zo'n harde confrontatie wel mag.
Daar waar de Liefde in geding is.
Uit liefde voor de ander mag je hem confronteren met zijn daden.
Uit liefde voor het leven mag je wantoestanden klip en klaar veroordelen.
Uit liefde.
Maar hoe herken je dat?
Misschien wel in dit: dat je in je oordeel nog steeds een méns ziet,
zoekend en tastend naar licht en geluk,
naar een moment van bevrijding uit cirkels van woorden en tegen-woorden.
En dat je weet dat jij op een willekeurig ander moment
ook die gevangen mens kan zijn
die je nu met je woord bevrijden wilt.
Op deze tweede adventszondag is Johannes de Doper aan het woord.
Hij spreekt de aanwezigen meteen aan met: 'adderengebroed'.
Als er geen liefde was geweest, zou ik weggelopen zijn uit zijn gehoor.
Ik wil me niet blootstellen aan enkel ongeremde woede.
of me bang laten maken door visioenen van vuur en kaf dat van het koren gescheiden wordt.
Laat hij het uit liefde gezegd hebben.
Laat hij al enige weet gehad hebben van Degene die komen gaat.
Laat hij het Koninkrijk van God al gezien hebben.
Dan snap ik zijn ongedurigheid, zijn scherpte, zijn harde woorden.
Hij slaat ze één voor één in mijn gezicht.
Zoals een moeder het -ten einde raad- doet bij een verslaafde zoon.
Zoals de ene partner schreeuwt tegen de ander als de afstand te groot wordt.
Zoals een dochter het doet als ze belt voor haar moeder die maar niet geholpen wordt,
Zoals ouders het doen tegen de belastingdienst nadat ze voor fraudeur zijn uitgemaakt.
Als de liefde in het geding is of ons geluk,
als onze menselijke waardigheid gevaar loopt,
dan mag het woord een spiegel zijn,
een slag in je gezicht,
een vernedering.
Maar je mag niet weg als spreker.
Na je woord zwijg je.
In de stilte droog je de tranen,
en wacht je,
wacht je,
in vertrouwen op het woord,
zich omkeert
en een nieuwe start maakt.
Wanneer je ogen dat zien,
en je oren dat horen,
zegen je hem.
Uit liefde.
Zoals Johannes ze allemaal doopte.
Wat prachtig verwoord Marion, DANK!
BeantwoordenVerwijderen