vuurtje aan het water
Ik liep in de uiterwaarden
op zoek naar mooie gelegenheden om zich herhalende patronen in de natuur te fotograferen.
Voor me fonkelde het water. Achter me bevolkten talloze dagjesmensen de dijk.
Het was Pasen.
Ik zag in het zand de restanten van een vuurtje
en dacht aan de mensen
die er kort geleden moesten hebben gezeten.
Misschien hadden ze wat te vieren.
Misschien was het gewoon het mooie weer.
Ik dacht, omdat het Pasen was,
ook aan de leerlingen van Jezus
die kort na Pasen bij zo'n vuurtje aan het meer zaten.
Ze hadden het vast over
die laatste maaltijd, het verraad, en de kruisiging.
Ze deden een nacht lang vast moeite om te begrijpen
wat Jezus' verrijzenis nu precies betekende.
Maar het lukte niet.
Telkens het zelfde rondje.
Telkens dezelfde vragen,
Telkens dezelfde conclusie: laten we maar gewoon weer normáál doen.
Maar zelfs het 'normale' visserswerk lukte niet meer.
Tot hun frustratie,
Er was geen weg vooruit.
Maar er was ook al geen weg terug.
Dan staat er die Man, in het vroege ochtendlicht
die hun vraagt het over een andere boeg te gooien.
Hij is duidelijk geen vakman.
Hij vraagt onzinnige dingen,
maar ze doen het toch maar.
Je weet nooit of de impasse van het moment verbreekt.
Zou er nog plaats geweest zijn bij het vuurtje?
Ik had me kunnen aansluiten,
En jij waarschijnlijk ook.
Want je kent het toch:
malende gedachten over een onderwerp,
steeds dezelfde discussie,
steeds dezelfde poging te verstaan en vooral om verstaan te worden?
De ander gaat je ter harte,
maar.....
En je hoopt maar dat jij die ander ter harte gaat,
maar...
geen weg vooruit,
geen weg terug.
Wanneer komt die Man die ons vraagt
iets te proberen dat volkomen belachelijk in onze oren klinkt?
Al 100 keer geprobeerd.
Al 100 keer mislukt.
Over een andere boeg, wat zou dat zijn
in dat patroon van mij?
Iemand gaf me de dag daarop een tekst:
'Gods redding is er, altijd.'
Het was een spontaan cadeau.
Maar die Man in de vroege ochtend zou die woorden gezegd kunnen hebben,
zo oud zijn ze al.
Toch vond ik ze te belachelijk om in dit geval in te geloven.
Echt, God houdt zich niet met dit soort al te menselijke zaken bezig!
Ineens hield ik mijn adem in.
Wat als ik ze voor de verandering eens zou geloven,
ook en misschien wel juist in dit geval?
Een gevoel van zomerse vrijheid overviel me.
* het verhaal waar ik over spreek staat in Johannes 21. De woorden die ik kreeg komen uit Psalm 62.
op zoek naar mooie gelegenheden om zich herhalende patronen in de natuur te fotograferen.
Voor me fonkelde het water. Achter me bevolkten talloze dagjesmensen de dijk.
Het was Pasen.
Ik zag in het zand de restanten van een vuurtje
en dacht aan de mensen
die er kort geleden moesten hebben gezeten.
Misschien hadden ze wat te vieren.
Misschien was het gewoon het mooie weer.
Ik dacht, omdat het Pasen was,
ook aan de leerlingen van Jezus
die kort na Pasen bij zo'n vuurtje aan het meer zaten.
Ze hadden het vast over
die laatste maaltijd, het verraad, en de kruisiging.
Ze deden een nacht lang vast moeite om te begrijpen
wat Jezus' verrijzenis nu precies betekende.
Maar het lukte niet.
Telkens het zelfde rondje.
Telkens dezelfde vragen,
Telkens dezelfde conclusie: laten we maar gewoon weer normáál doen.
Maar zelfs het 'normale' visserswerk lukte niet meer.
Tot hun frustratie,
Er was geen weg vooruit.
Maar er was ook al geen weg terug.
Dan staat er die Man, in het vroege ochtendlicht
die hun vraagt het over een andere boeg te gooien.
Hij is duidelijk geen vakman.
Hij vraagt onzinnige dingen,
maar ze doen het toch maar.
Je weet nooit of de impasse van het moment verbreekt.
Zou er nog plaats geweest zijn bij het vuurtje?
Ik had me kunnen aansluiten,
En jij waarschijnlijk ook.
Want je kent het toch:
malende gedachten over een onderwerp,
steeds dezelfde discussie,
steeds dezelfde poging te verstaan en vooral om verstaan te worden?
De ander gaat je ter harte,
maar.....
En je hoopt maar dat jij die ander ter harte gaat,
maar...
geen weg vooruit,
geen weg terug.
Wanneer komt die Man die ons vraagt
iets te proberen dat volkomen belachelijk in onze oren klinkt?
Al 100 keer geprobeerd.
Al 100 keer mislukt.
Over een andere boeg, wat zou dat zijn
in dat patroon van mij?
Iemand gaf me de dag daarop een tekst:
'Gods redding is er, altijd.'
Het was een spontaan cadeau.
Maar die Man in de vroege ochtend zou die woorden gezegd kunnen hebben,
zo oud zijn ze al.
Toch vond ik ze te belachelijk om in dit geval in te geloven.
Echt, God houdt zich niet met dit soort al te menselijke zaken bezig!
Ineens hield ik mijn adem in.
Wat als ik ze voor de verandering eens zou geloven,
ook en misschien wel juist in dit geval?
Een gevoel van zomerse vrijheid overviel me.
* het verhaal waar ik over spreek staat in Johannes 21. De woorden die ik kreeg komen uit Psalm 62.
Reacties
Een reactie posten