een lege kerk
Een aantal jaar geleden is het al weer.
De koster zette me de kerk uit.
Hij vond het welletjes geweest. De laatste koffiedrinkers maande hij tot enige spoed.
En ik was er één van.
Bij de deur bood ik hem aan nog even bij het opruimen te helpen.
Maar dat aanbod wimpelde hij vriendelijk af.
Niet nodig. Bovendien: niets was voor hem mooier dan een lege kerk
waar hij in zijn eentje wat kon 'rommelen'.
God was dichtbij. Maar ook zijn overleden ouders die hij, zelf ook al op leeftijd, nog altijd miste.
Dat moment is me altijd bijgebleven.
Ik dacht dat kosters praktische mensen waren.
Die met stoelen schuiven, papieren neerleggen, de sacristie op orde houden,
de klokken luiden en al die andere dingen doen die bij hun 'to do' lijstje horen.
En die, als ze gezelligheid hoog in het vaandel hadden staan, alle tijd hadden.
En die, als dat niet hadden, na afloop snel naar huis wilden.
Maar misschien is dat wel gedoe wel typisch voor pastores in de kerk.
We komen binnen. We schuiven met stoelen. Leggen mappen neer.
Praten met de koster, met de dirigent,
met de mensen van de kindernevendienst,
met de lector, de misdienaars.
We schrijven nog wat bij onze tekst, horen het laatste nieuws uit de gemeenschap,
vragen waar het 50 jarig bruidspaar gewoonlijk zit zodat we straks de goede kant op kijken bij de welgemeende (echt!) felicitaties,
doen de viering, drinken koffie, ruimen nog een beetje op, doen nog zaken met een werkgroeplid en gaan weer..
Of, als dat laatste allemaal niet gaat, manen we het koor tot enige terughoudendheid in de liedkeuze,, en verdwijnen we tijdens het laatste couplet, naar de sacristie.
Nee, geen vragen, geen afspraken, geen koffie.
Over 25 min begint de volgende viering
in een kerk op 20 min rijden.
We pakken het gebedsgewaad snel in,
eten een hap brood in de auto en
komen goed gemutst aan.
Thee met een klein beetje koud water er in: goed, dat lukt nog wel!
En dat drie of vier keer in een weekend. Doopvieringen niet meegerekend.
De kerk is bijna nooit leeg als wij er zijn.
Als die het wel is, zijn we teleurgesteld en zo ontregeld
dat we snel digitaal controleren of we op deze tijd wel in deze kerk behoren te zijn.
Tot afgelopen dinsdagavond.
Na een lange dag vergaderen kom ik aan in een lege kerk.
Een uur later gaat er een meditatiegroep beginnen.
De deur gaat nog even op slot. Alleen, of in dit geval met zijn tweeën,
in zo'n gebouw maakt een mens te kwetsbaar.
We praten even over de dag. De adrenaline zit nog hoog.
Ik voel nog zorgen, boosheid, twijfel over wat er is gezegd en is gebeurd.
Dan zetten we stoelen in een kring, steken kaarsjes aan,
Er klinkt wat muziek. Eerst wat te hard. Maar dan precies goed.
We gaan nog een paar minuten onze eigen weg,
lezen wat in papieren,
verzamelen op een tafel de boeken die op de leeslijst voor de deelnemers staan.
Als ik terugkom van de wc stap ik alleen de kerk in.
De schemer valt binnen..
De kaarsjes zijn lichtpuntjes in de groeiende duisternis.
De muziek ontroert me.
Alle druk in me en op me vloeit onverwacht weg.
Dan ervaar ik voor het eerst sinds jaren
weer wat er goed is aan een lege kerk:
de stilte in je hart,
een moment zonder strijd..
De wetenschap toch niet alleen te zijn.
Reacties
Een reactie posten