de mens is eigenlijk een tuinman (tweede stap op weg naar een nieuw levensgevoel)

 


Een nieuwe kijk op macht 

 Naast een nieuw, verbonden ik, hebben we ook een nieuwe kijk op macht nodig. 
 Verschrikkelijk die oorlogen in Oekraïne en in Gaza, 
 verschrikkelijk dat er honger is in grote delen van Afrika, 
 of dat in Ter Apel de mensen buiten moeten slapen, maar wat kan ik eraan doen? 
 Daarachter zit: ik moet redden, ik moet een oplossing vinden, 
 ik kan het niet, het gaat me boven de pet. 
 En dus houd ik afstand. Soms is het ik groot. Soms is het ik klein. 
 Wat hebben we als mensheid eigenlijk aan vermogens meegekregen? 
 Welke plek hebben we in het geheel? Welke opdracht of verantwoordelijkheid horen daarbij? 
 
In het eerste boek van de Bijbel staan twee scheppingsverhalen. 
 Het boek heet Genesis. Dat betekent ‘wording’. Het betekent ook ‘principe'. 
 Je zou de verhalen dus kunnen lezen als antwoord op de vraag: 
 wie of wat is de mens in principe? 
 Welke plek heeft de mens tussen al het leven? 
 
 Het eerste scheppingsverhaal 
 In het eerste verhaal staat dat God de mens gemaakt heeft naar zijn beeld en gelijkenis. 
 God heeft dus iets van zichzelf in de mens gelegd. 
 De mens heeft de opdracht op God te gelijken, te doen zoals God. 
 Wat die opdracht is, staat in Genesis 1,26 : 
 de mens moet heersen over de vissen in de zee, en de vogels in de lucht, 
 over het vee en heel de aarde. 
 Dat is een gevoelig woord. 
 We zijn ‘heersen’ gaan begrijpen als iemand of iets aan je onderwerpen. 
 Je macht uitoefenen. Heersen is vaak negatief. 
 Het gaat ten koste van andere levende wezens.  

 De geschiedenis laat ons zien dat de mens die opdracht op zich heeft genomen. 
 En dat dat soms een positieve, 
 maar vaak ook een negatieve uitwerking had op zijn omgeving. 

 Er zijn geleerden die zeggen dat he t het eerder om zorgen gaat dan om overheersen, 
 dat het veel meer beheren is, in stand houden, dan ruwe macht uitoefenen. 
 Volgens andere commentaren gaat het om het in cultuur brengen van het land. 
 Het gaat erom niet langer in storm en regen, in donder en droogte een goddelijke ingreep te zien, 
 maar de aarde klaar te maken om rijkelijk vrucht te dragen. 
 Lees nog eens: met het oog op rijkelijk vrucht dragen. 
 Niet met het oog op uitputten, knevelen, vernietigen of beschadigen. 

 Het tweede scheppingsverhaal 
 Het tweede scheppingsverhaal vertelt dat God de mens boetseerde uit stof van de aarde. 
 Eenmaal in de goede vorm krijgt de mens, net als alle andere levende wezens, 
 de levensadem ingeblazen. 
 Hij ontvangt het leven..net als alle andere levende wezens…. 
 Ook in dit verhaal krijgt hij een opdracht. 
 Deze keer gaat het niet om de hele wereld, maar om een tuin. 
 De tuin is van God, het is de hof van Eden. 
 De mens mag die tuin bewerken en ervoor zorgen. Letterlijk staat er ‘bewaken’. 
 Hij mag de orde handhaven die God erin heeft gelegd. 
 Hij mag ervoor zorgen dat als de eigenaar terug komt, 
 hij de tuin in originele of nog uitbundigere staat terug kan geven. 

 De beide verhalen 
 De twee scheppingsverhalen laten er geen twijfel over bestaan: mensen zijn aardse wezens. 
 Ze zijn gebonden aan de grond onder hen. 
 Ze zijn van dezelfde stof gemaakt. 
 Ze kunnen de aarde niet ontstijgen, want dan ontsporen ze. 
 Mensen zijn toegerust voor de hun toevertrouwde aarde te zorgen. 
 Of, als dé aarde te groot en abstract is, mag hij zorgen voor een tuin, een wijk, een paar straten. 

 Dat zorgen voor heeft de bedoeling het leven te laten bloeien, 
 en wie weet zelfs leven toe te voegen. 
 ie verantwoordelijkheid pakken, ligt binnen ons vermogen. 
 Sterker nog: deze zorg voor de wereld om ons heen zit ons ingebakken. 
 Waarom zouden we die eigenlijk weigeren?
 We benaderen de verschillende crises in de wereld vaak met een gevoel van onmacht. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

trage vragen

labyrint 10 (van de 12): Maria labyrint in Wernhout (NB)

we zijn allemaal kreukels