Oudenbosch: een vroeg Allerzielen
Op pelgrimage?
Ik was nog nooit in Oudenbosch.
Maar een paar weken geleden stond ik daar met een groep parochianen op het kerkplein.
We werden een zaaltje binnen geloodst voor koffie en thee
en kwamen in dezelfde ruimte terecht als een andere, nog grotere groep.
De inleider stelde ons aan elkaar voor.
'Dit is de groep uit Sprang Capelle', zei hij, 'en die komen vooral voor het monument.
En dit is de groep uit Nieuwegein en omgeving en die zijn op pelgrimage.'
Ik schrok van die bewoording.
We hadden nog geen gebed uitgesproken,
laat staan een rozenkrans gebeden.
Wilden we echt andere dingen over het gebouw horen dan de groep naast ons?
Hoe dan ook: we splitsten op na de koffie en gingen onze weg.
Herinneringen
Gaandeweg de dag, in de kerk, tijdens de lunch,
bij de rondleiding over het gebied van het internaat St. Louis, in het Zouaven-museum,
bleken de deelnemers niet alleen toeristen, geïnteresseerd in het verleden van een Rijk Roomsch dorp, ze doken ook in hun persoonlijke geschiedenis.
Sommigen waren oud-leerlingen van het internaat.
Lopend langs de gebouwen deelden ze hun herinneringen
over voetbaltoernooien, eten in een grote zaal waar broeders je bedienden
(stel je voor dat je zelf ging lopen terwijl er honderden kinderen aan tafel zaten.
omdat het mandje met brood leeg was!),
en patatjes eten op zondagmiddag op het plein voor de basiliek
(en de meisjes bekijken die hetzelfde deden).
Anderen wisten dat broers van hun oma ooit broeder waren geworden
en op het internaat hadden gewerkt.
Ze waren op zoek naar sporen uit dat leven, liepen op het kerkhof systematisch langs de rijen,
en ja.. hier was nummer 1...
en hier... nummer 2.....
Foto's en appjes gingen naar het thuisfront: 'we hebben ze!'
En daarna de verwondering: 'goh, ja... hier hebben ze dus geleefd'.
In het Zouavenmuseum kwamen ze tot hun verrassing nóg iemand tegen
met dezelfde achternaam en uit dezelfde woonplaats.
‘Zou dat ook familie zijn?
Heeft iemand ons hier ooit iets over verteld?’
Ik ben hier voor mijn vader
In de groep was ook een echtpaar op leeftijd.
Het lopen werd moeizaam.
Ze mengden zich niet zo in het gesprek.
Maar toen we de kerk van het internaat uitliepen,
vertelde hij ineens in de groep: 'ik ben hier voor mijn vader.
Mijn vader heeft hier 4 jaar gezeten, net voor de eerste wereldoorlog.'
Hij hief zijn wandelstok omhoog en meekijkend met hem,
zag ik dat hij het plein voor hem in tweeën splitste.
'Mijn vader vertelde altijd dat er daar een lijn liep
en dat je links ervan alleen Nederlands mocht spreken
en rechts daarvan alleen Frans. Klopt dat?'
De oud-leerlingen kenden dat verhaal ook.
Maar de gids kon het niet bevestigen.
Bij het weglopen zegt hij:
'mijn vader heeft me vele tientallen keren gevraagd
met hem mee te gaan om hier te kijken.
Maar ik heb het niet gedaan. Te druk met andere dingen.
Vaak niet in Nederland. Kleine kinderen. Je weet wel hoe dat gaat.
Ik heb er zo'n spijt van nu.
Maar toch fijn dat ik hier ben,
En dat ik het nog goed kan maken voordat ik er zelf niet meer ben.'
Zo werd de dag alsnog een pelgrimage.
Misschien wel eentje ter gelegenheid van Allerzielen.
Reacties
Een reactie posten