een onvergetelijke workshop
Onze diepste angst is niet dat we dingen niet kunnen.
Onze diepste angst is dat we zo krachtig zijn dat we boven onszelf uitstijgen.
Het is ons licht en niet onze duisternis dat ons het meest beangstigt.
We vragen ons af: wie ben ik om geniaal, knap, getalenteerd of bijzonder te zijn?
Of wel... wie ben jij om dat niet te zijn?
Je bent een kind van God.
We namen deel aan dezelfde workshop
die ons beloofde dat we dat ene talent zouden vinden dat we niet alleen hadden,
maar met heel ons wezen waren.
Hij was ook een deelnemer.
Nou ja, deelnemer. Hij had het vooral druk.
Zo druk dat hij zijn werkkleding niet uit had gedaan.
Hij zat nog strak in het pak.
Stropdas. Glimmende schoenen.
Haren goed gekamd.
Hij was in de eerste uren vooral aan het telefoneren.
Op de gang. Bij de koffie. In zijn kamer.
Tot ergernis van de hele groep.
Met een boterham in zijn hand en de telefoon in de andere verklaarde hij:
'dit móet. Het is een order voor ons bedrijf.
Ik ben de enige die dit goed kan.'
Toen kwam de duo- oefening waarin ik hem moest interviewen.
De eerste vraag luidde: 'wat deed je als kind al graag?'
Hij liet de drukte voor wat die was.
Hij liet zijn voornaamheid varen.
en liet zich vangen door het kind dat hij ooit was.
Het grootste plezier had hij toen met zijn gitaar en fluit.
Kind zijn was muziek maken!
Jammer. Jammer. Jammer dat het er niet meer van kwam.
Ik waagde het erop en zei:
'maar misschien ben jij wel degene die bij feesten altijd nog een liedje maakt!'
Hij keek me stomverbaasd aan en vroeg of ik helderziend was of zo..
Dat deed hij inderdaad.
Maar zoveel feesten waren er niet.
En o ja.... dan was het de accordeon!
Onze wegen gingen weer uit elkaar.
Aan het einde moesten we allemaal ons ene, bijzondere talent benoemen.
Hij zat nog altijd in pak.
Hij wist het niet.
Onze begeleidster liet hem vertellen..
over zijn werk.
over zijn kind zijn.
Ineens zei hij: 'Ik weet het. Ik ben een geboren..... speelman.
Ik zorg voor de muziek in het leven.'
Dat ging over zoveel meer dan een gitaar of een accordeon. .
De begeleidster liet het stil.
De man zuchtte, lachte, huilde.
Hij deed zijn stropdas los,
knoopte de bovenste knoopjes van zijn overhemd los.
30 paar ogen keken toe. We waren getuigen van... van wat?.. van een bevrijding!
De begeleidster liet een spiegel komen.
Hij moest erin kijken.
'Kan je zien wat wij zien?' vroeg ze.
Hij keek erin.
Hij zuchtte, lachte, huilde weer.
En zei: 'ik zie mezelf'.'
Zij zei: 'en je neemt maandag geen ontslag!! Je hebt een gezin om voor te zorgen.
Beloof me dat je daar minstens een half jaar mee wacht.'
Hij beloofde dat.
Ik ben benieuwd of ze hem thuis nog herkenden.
.
Reacties
Een reactie posten